De Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) heeft voor de traditionele geneeswijzen een strategie uitgezet voor de jaren 2014 tot 2023.
Daarbij gelden vier belangrijke uitgangspunten:

1) veiligheid, werkzaamheid en kwaliteit,

2) rationeel gebruik,

3) beschikbaarheid en toegankelijkheid, en

4) een stimulerend en integrerend nationaal beleid.

Zij grijpt daarbij terug op een de in achterliggende tien jaren gevormde traditie op dit gebied, welke is vastgelegd in enkele resoluties. In genoemde periode werden reeds veel maatregelen en adviezen aan de leden geïnitieerd. Van de 129 lidstaten melden 111 het gebruik van traditionele behandelmethoden, daarvan heeft ongeveer de helft nadere regelingen ingesteld. Driekwart van de lidstaten kent echter geen onderwijs faciliteiten op dit gebied. Genoemd worden een tiental factoren die de positie en verdere ontwikkeling van traditionele geneeswijzen belemmeren, zoals gebrek aan onderzoekgegevens, beperkte financiële middelen, gebrek aan positieve stimulansen etc. Geen wonder dat de integratie van de traditionele geneeswijzen in het bestaande zorgsysteem nogal te wensen overlaat.

 

De nieuwe strategie wil zich baseren op deze realiteit. De integratie begint aan de basis, niet aan de top; het verbeteren van de kwaliteit van zorg op dit primaire niveau verdient prioriteit. Daarbij staat duurzaam welbevinden voorop en vertrouwen in de plaatselijke gezondheidsautoriteiten.  Ook de kennis-basis van deze geneeswijzen en hun resultaten, moet worden verbeterd. De WHO heeft in dit kader aan aantal besluiten genomen die bedoelde kennisbasis kunnen verbeteren. In 2014 gaat men een en ander evalueren. Rekening moet daarbij worden gehouden met de zeer diverse realiteit van de lidstaten. Veelal zal daarom een geïndividualiseerd steunprogramma nodig zijn. Bron publicatie WHO 2013.