Verslag Internationaal Symposium “Spirituality in Mental Health 2014”, 13 september te Naarden.
Een bloemlezing op selectieve basis. Verslag deel 1, Marisca van der Burgh
Hans Gerding; inleiding
“Je neemt een gezondheidsrisico als je spiritualiteit negeert”…
Spiritualiteit is op ervaring gebaseerd. Op zelf doen. Liefst dagelijks. Het heeft niets te maken met dogma’s, waar geïnstitutionaliseerde religies zich op baseren.
In de academische wereld rust een taboe op spiritualiteit. Dat is o.a. onder invloed van wetenschapsfilosofie en invloedrijke wetenschappers zoals Feuerbach die stelde dat de mens zijn goden schiep, die mystiek als menselijke projectie afdeed. Of Karl Marx die God als illusoir bestempelde en godsdienst als opium voor het volk. Of Freud, die simpelweg stelde dat God de ouders vervangt.
Transpersoonlijke psychiatrie stelt dat het spirituele inderdaad wordt aangetroffen in onszelf. Het is een subjectieve ervaring, maar niet alleen maar. De spirituele dimensie wordt gezien als grensoverschrijdend, en waar anders zouden we het moeten lokaliseren dan in onze psyché. Dat wil niet zeggen dat er niets buiten is (als in een “veld” dat niet zintuiglijk waarneembaar is). Inderdaad leiden ingrijpende spirituele ervaringen soms tot psychosomatische processen of tot een neurologische ontregeling. Ons hele systeem kan mee resoneren. Maar dat hoeft niet. Dat wil nog niet zeggen dat er niets ‘is’.
In Nederland groeit te groep ‘ongebonden spirituelen’. Inmiddels is die groep zelfs ietsje groter dan de groep aanhangers van het Christendom (26% tegenover 25% Christenen). De academische elite is totaal geen afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Onder hoogleraren is 44% atheïst. Over de hele Nederlandse bevolking is slechts 14% atheïst!
Andree van der Braak, psycholoog/filosoof, Hoogleraar aan de VU, faculteit Godgeleerdheid; Compassie, meditatie en geestelijke gezondheid
De belangrijkste bijdrage van het Boeddhisme aan het Westen is volgens hem de uitwerking en beleving van compassie.
Aan de VU is het vak Boeddhistische Geestelijke Verzorging ontwikkeld, en sinds 2014 is daar een postdoc ambtsopleiding bij gekomen. Sinds 2012 kan men aldaar een Bachelor en een Pre-Master opleiding in volgen. Sinds 2013 een Master in Spiritual Care, en sinds 2014 ook een verkorte Bachelor opleiding. Sinds kort bestaat nu dus ook een opleiding aan de VU voor Boeddhistisch Geestelijk Verzorger en een opleiding voor Ongebonden Geestelijk Verzorger. Het Boeddhisme biedt een transpersoonlijke visie op compassie, die goed inzetbaar is in de GGZ. Uit meditatie kan compassie in ons bewustzijn ontwikkelen en groeien.
De Brahmaviharā (Pali en Sanskriet) beschrijven de vier Boeddhistische verheven toestanden van de geest. Zij vormen een opvolging van boeddhistische meditaties die in de Brahmavihara Sutra worden vermeld.
De vier verheven toestanden van de geest zijn:
Metta/Maitri: liefde aan iedereen; liefdevolle vriendelijkheid; de hoop dat het ieder wezen goed gaat
Karuna: compassie of mededogen; de hoop dat het lijden van alle wezens wordt verminderd
Mudita: de altruïstische vreugde in de daden en acties van anderen
Upekkha/Upeksha: gelijkmoedigheid; het leren accepteren van verlies en winst, lof en blaam, succes en falen zonder gehechtheid zowel voor jezelf alsook voor anderen.
Metta en Karuna zijn beide wensen voor de toekomst die leiden tot acties waarin de wensen gerealiseerd kunnen worden, terwijl Mudita en Upekkha houdingen zijn ten opzichte van wat er gebeurd is.
De Brahmavihara worden na elkaar beoefend en op elkaar toegepast. Je begint met het wensen aan jezelf, dan aan je vrienden, dan aan degenen waar je neutraal tegenover staat, dan aan je vijanden en tenslotte omarm je de hele wereld en alle wezens in het universum en daarbuiten. Het boeddhisme accepteert, maar stelt het niet als dogma, dat er meerdere universa in ruimte en tijd zijn. Ondanks dat deze ideeën in het algemeen met boeddhisme worden geassocieerd, zijn ze niet-sektarisch en zijn in een of andere vorm in vele andere geloven en door niet-gelovigen toegepast.
Via Bodhisattva’s wordt het archetype, modellen van het goede voorbeeld gevisualiseerd. Zo kan men compassie bevorderen. De term bodhisattva wordt in het Mahayana-boeddhisme gebruikt, terwijl ‘bodhisatta’ in het Theravada gebruikt wordt. In beide tradities verwijst het woord naar een wezen (sattva) dat naar verlichting (bodhi) streeft. In het Mahayanaboeddhisme gaat men er van uit dat alles en iedereen een boeddhanatuur heeft. We hebben echter allemaal wel obstructies in ons bewustzijn. De Bodhisattva helpt anderen om dit te helen, en daarmee heelt hij ook zichzelf, in het voornemen om anderen te helpen ontwaken. Dit proces verloopt via identificatie met de bodhisattva. Kijk naar de rol van Christus. Daarbij moet eigenlijk het niet te persoonlijk worden gemaakt, want dat is in de ogen van het Boeddhisme te religieus. Het gaat slechts om het katalyseren van zelfontplooiing. Vergelijk het met hoe de Grieken hun goden zagen. Meer als een soort verpersoonlijking van energieën.
Een goed voorbeeld is Kwan-Yin, de vrouwelijke bodhissatva uit China, het archetype van compassie. Ze wordt vaak afgebeeld met duizend armen en handen. Zij luistert actief en heeft oog voor het lijden in de wereld. In India is dezelfde vorm mannelijk; Avalokitesvara heet hij in India, Chenrezig in Tibet, in Japan is ze weer vrouwelijk en heet daar Kanzeon. Haar beweging naar het lijden is die van een moeder naar haar kind, als een natuurlijke en instinctieve reactie. Ze kan echter op elke manier verschijnen: als boeddha, een monnik, leek, kind, hoogbejaarde, de moeder Gods, alle beelden en figuren uit andere godsdiensten, als een atheïst, als iemand die volkomen mislukt is, als de meest verlorene, als een monster of een demon…
Het gaat om het vermogen om mee te resoneren met de compassiestroom in alles en allen, die al bestaat. We blokkeren vaak onbewust die stroom in plaats van het realiseren van de compassie die er al is.
Vier geloften van een Boeddhist
- Hoe talrijk alle wezens ook zijn, ik help ze te bevrijden. Anderen helpen om hun ontwaakte boeddhanatuur tot uitdrukking te brengen. Om te ontdekken dat de verlichting er al was.
- Het lijden uit allen weg nemen. Onze voor en afkeuren te herkennen maar niet in de weg te laten staan.
- Hoe talloos de poortloze poorten ook zijn, ik beloof ze binnen te gaan. Iedere ontmoeting is een potentiele teaching tool. De bereidheid om iedere beoefening die behulpzaam is op je te nemen.
- Hoe eindeloos de Boeddhaweg ook is, ik ga daarvan de belichaming aan. Steeds weer opnieuw toewijden.
Deze geloften zijn niet persoonlijk, maar transpersoonlijk. Niet gericht op het ik maar op de onderlinge verbondenheid met anderen en alles. De werkelijkheid word gezien als een netwerk, een holografie. “Ieder juweel weerspiegelt alle andere juwelen”. Daarom is het lijden van anderen, het andere, ook lijden van onszelf. Daarbij worden volgens het Mahayana Boeddhisme zes paramita’s ingezet.
Dana paramita: gulheid, zichzelf geven aan anderen;
Sila paramita : deugd, moraal, juist gedrag;
Prajna paramita : transcendentale wijsheid, inzicht; Ksanti paramita : geduld, tolerantie;
Virya paramita : energie, ijver;
Dhyana paramita : eenpuntige concentratie, overdenken.
Binnen dit kader is de plek van Mindfulness die van heldere aandacht, de remedie tegen het lijden.
Boeddhisme is echter geen maakbaarheidsgeloof. De concepten liggen niet vast in hun betekenis en zijn niet bedoeld om je op blind te staren. Ze zijn als ijsbloemen op de ruit, die kunnen je verhinderen om echt naar buiten te kijken.
Als voorbeeld geldt de Zentraditie waarbij de diepe verbondenheid van alles en allen resulteert in het bewustzijn dat we allen kwetsbaar zijn. Het lijden in het bestaan wordt onderling gedeeld. Zij zijn de beeldenstormers, er is geen houvast. Uit deze traditie komen uitspraken als: “Als je Boeddha tegenkomt, doodt hem dan!”. Hecht je dus als het ware niet aan teveel gemakkelijke oplossingen.
Fundamenteel het lijden onder ogen zien, er ten volle in afdalen, niet te snel ‘oplossingen’ zoeken, of remedies. Ton Lathouwers in het boek “De moed van het onmogelijke” haalt Hitsamatsu aan, een Japans Zenleraar. Hij zegt: “Wat ik ook ben, wat ik ook doe: het werkt niet. Wat ga ik dan doen? Durf met lege handen te staan. Leven werkt niet, dood gaan werkt niet. Wat ga ik doen?” De boeddhistische ontwikkeling van bewustzijn is deze psychologische spagaat, dit conflict toelaten. Het vraagt een soort geestelijke lenigheid. Er is een weg, er valt echter niet iets te bereiken. En toch in compassie handelen.
Vertaald naar spiritualiteit in geestelijke verzorging betekent dat je niet te snel oplossingen zoekt voor degene die hulp nodig heeft. Hier speelt het grote belang van het “niet-weten”. Het natuurlijke stromen van compassie maakt geen deel uit van een maakbaarheidsideologie. Het gaat er niet om dat je die “arme stumperds” gaat helpen. Maar om het lijden te transformeren. Om het besef dat jouw persoonlijke groei en die van de ander niet te scheiden valt. Het gaat om “niet-handelen”. Er is geen vast richtsnoer, en toch handelen. Geen theorie of dogma om op terug te vallen. Je hebt alleen je eigen hart in deze situatie, hier en nu. Mijzelf van de ander(en) onderscheiden is kunstmatig. Zelfcompassie resulteert van-zelf in compassie met anderen. Oordelen over jezelf waarnemen en loslaten, het schuldgevoel nooit genoeg te kunnen doen accepteren en loslaten. De geest wordt gegrepen door verlichting. Dit is de ervaring dat er iets open gaat. Het besef dat alles fundamenteel in orde is. De Bodhisattva heeft een passie voor verlichting van het geheel. Van alles in allen.
Rogier Hoenders. Psychiater, verbonden aan Lentis, GGZ Groningen. Heeft het Centrum voor Integrale Psychiatrie opgericht; is onlangs gepromoveerd op het gebruik van CAM in de reguliere psychiatrie.
Rogier had zijn “coming out” in 2003, tijdens zijn zoektocht naar andere geneeskundige tradities kwam hij o.a. in contact met een Zuid-Amerikaanse sjamaan, maar ook met Tibetaanse monniken, waardoor zijn visie op genezing veranderde. Dit kon hij niet openlijk naar buiten brengen of bespreken met collega’s.
Hij startte in 2006 het Centrum voor Integrale Psychiatrie in 2006, in de ogen van de regulieren vaak gezien als “kwakzalverij”. Hij kreeg commentaren als “Wie is er nu eigenlijk de echte gek?”naar zijn hoofd geslingerd.
Spiritualiteit wordt vaak gezien als een vorm van ‘magisch denken’ en daarom is het per definitie onwetenschappelijk in de ogen van de reguliere wetenschap. Hier wijst Rogier op de pre-trans verwarring (Ken Wilber), waarbij magisch denken hoort bij de pre-persoonlijke ontwikkelingsfase (het nog onvolwassen kind in ons), maar ware spiritualiteit hoort bij het transpersoonlijke, waarbij word gedoeld op ontwikkeling en zelfontplooiing, bewustwording die voorbij het geestelijk volwassene groeit.
Ook het goeroe schap wordt hier snel veroordeeld omdat er vaak sprake is geweest van commercie en oplichterij. Seksuele en financiële uitspattingen. In het Oosten zijn leraren heel gewoon. Binnen de context van kloosters en Ashrams is vanuit de traditie ook geen sprake van commercie. Die is pas gekomen vanaf het moment dat Westerse leerlingen in grote getale daarvan deel wilden uitmaken.
Is de GGZ in crisis?
Ondanks de vooruitgang in de GGZ in de 20e eeuw wordt niet iedereen beter van behandelingen. In 50-65% van de gevallen is er sprake van verbetering door medicijnen, maar die medicijnen hebben wel ernstige bijwerkingen. Zoals gewichtstoename en verlies van creativiteit en seksualiteit. De kosten van de zorg stijgen zorgelijk.
Door CAM toe te passen en het te integreren met lifestyle adviezen, op basis van het door Hoenders in samenwerking met collega’s vastgestelde protocol voor alternatieve geneeswijzen, de therapeutische relatie en gerichtheid op welzijn, zijn grote resultaten geboekt. Bovendien is dit kostenbesparend gebleken. Hoenders noemt dit het “Bio-Psycho-Sociale-Spirituele Model”.
Na een onderzoek bleek dat 80-90% van de wereldbevolking zelf zegt spiritueel of religieus te zijn. Toch is er erg veel weerstand en terughoudendheid ten aanzien van religie en spiritualiteit in de wereld van de wetenschap, met name in Nederland. Waarom? Men zegt vaak dat het onbekend is, ondanks 3000 onderzoeken wereldwijd naar de relatie spiritualiteit en/of religie en psychiatrie. Het materialistische wereldbeeld is nog steeds dominant in de wetenschappelijke kringen. Er is een rivaliteit tussen geneeskunde en religie. Van alle artsen die er zijn, zijn met name de psychiaters de minst religieuze artsen. Er zijn erg veel mythes over het conflict tussen wetenschap en religie. Freud heeft spiritualiteit of religie een uiting van hysterie, neurose of psychose genoemd. Profetieën of religieuze ervaringen worden gezien als godsdienstwaanzin en religieuze wanen. Voor een andere visie stelt men dat daar te weinig wetenschappelijk bewijs voor is.
In populaire media wordt vaak in Nederland het contrast tussen religie en wetenschap benadrukt. In de USA is het klimaat heel anders, daar zijn veel meer gelovige hoogleraren. Een bekend onderzoek van Koenig in 2001 heeft een verband gelegd tussen religie en gezondheid. In zijn “Handboek religie en gezondheid”, is zijn conclusie juist dat religie en spiritualiteit zo ongeveer goed is voor alles! Daar zijn wel nuanceringen op aan te brengen, denk aan het boek van Aleid Schilder over de effecten van het denken over zondigheid en de afhankelijkheid van genade in de gereformeerde kerken (“Hopeloos maar schuldig”, boek).
Recenter heeft in 2013 Bonelli onderzocht en gevonden dat er een positief effect te meten valt op de gezondheid in 72,1% van de casussen, voor 18,6% was er geen effect, en in 4,7% van de casussen een negatief effect. Dit positieve effect op de geestelijke gezondheid was eigenlijk alleen meetbaar als de religieuze of spirituele inhoud actief werd beleefd en daadwerkelijk toegepast. Er is dan toch aantoonbaar minder sprake van depressies, angst, suïcide, middelen gebruik en meer kwaliteit van leven.
Is er een God-spot in het brein?
Aanvankelijk ging men er van uit dat Drugservaringen zoals Paddo’s, LSD en DMT de temporaalkwab beïnvloeden, waarbij die ervaringen erg mystiek zijn en vergelijkbaar met intense religieuze ervaringen en BDE ervaringen enz., dat dit de verklaring is van de Godspot en elke andere religieuze of spirituele ervaring. Dit klopt echter niet met de onderzoeken van mensen die mediteren of mystieke ervaringen hebben en onder de scanner liggen. Want daar zijn veel meer gebieden bij betrokken.
De diepste ervaringen vinden plaats in alle gebieden: het zoogdierbrein (reptielenbrein, amygdala, hippocampus), het limbische systeem (emoties) en de Neo Cortex, zowel links als rechts. De religieuze of spirituele ervaring vindt meer plaats op de plek midden in het brein waar alle drie de systemen samenkomen, de mediale prefrontale cortex. Dit gebied integreert alles, en dat is het gebied dat het sterkst gestimuleerd wordt door meditatie.
Het effect van bidden.
In 1988 vond Byrd bij een uitgebreid onderzoek naar het effect van christelijk gebed op ziekte en gezondheid, dat patiënten waarvoor wordt gebeden minder medicatie nodig hadden tijdens hun behandeling.
Harris onderzocht in 1999 hetzelfde en vond significante verbetering van cardiale scores. Dit werd met een PET scan getest en bevestigd.
In Nederland publiceerde Achterweg et al in 2005 een onderzoek naar healers, dubbelblind onderzoek, waarbij het werk van healers duidelijk kon worden gemeten in effecten op het brein. De uitkomsten waren significant. Opvallend was het verschil tussen de effecten van gebed door dierbaren dan door onbekenden… Vraag: is bidden een copingstijl of meer?
Hierbij kan een vergelijking worden getrokken met Mindfulness, Meditatie, yoga en cognitieve therapie en hun effect op depressie. Lentis doet als enige onderzoek naar effectiviteit van Mindfulness en yoga op meer dan alleen depressie. Wat onder andere is gemeten is dat het effect van compassie meditatie toeneemt als het langer wordt uitgeoefend. Verder zijn de effecten niet alleen geestelijk, maar er is ook meetbaar een positief effect op de bloeddruk, de immuunrespons, stress hormonen, Telekenase; het micro RNA wordt minder snel korter(uiteinden van dna ketens). Alles wordt onderzocht met EEG, f-MRI en MRI.
Waarom zijn er in NL zulke heftige reacties op Alternatieve Geneeswijzen?
- De vereniging tegen kwakzalverij is hier erg actief
- Er is al generaties lang weerstand tegen bidden en mediteren, hoewel dat laatste aan het omkeren is
- Er zijn botsende paradigma’s die ook via de media breed worden uitgemeten, denk aan de materialistische visie van Swaab, die zich baseert op Newton en Descartes
Hoenders volgt het Holisme en Vitalisme als model en stelt dit tegenover het reductionisme en materialisme. Ook volgt hij het integrale model van de Amerikaanse filosoof Ken Wilber.
Lentis in Groningen probeert te werken vanuit dit integrale model. O.a. om reguliere behandelwijzen te integreren met aanvullende therapie die aantoonbaar werkt. Accenten die worden gelegd:
- De behandelaar dringt zijn eigen wereldbeeld niet aan de cliënt op (ethische grenzen)
- De persoon staat centraal
- Er wordt goed gelet op tegenoverdracht
- De behandelaar is open minded voor andere invalshoeken maar blijft ook kritisch kijken of het in dit geval werkelijk ook past
- Authentiek zijn, en alleen wanneer het gepast is zelfonthulling
- Specifieke competenties worden ingezet, zoals: zelfinzicht, aandachtige basishouding, letten op signalen, niet-oordelend uitvragen.
- Tijdens de in te vullen onderzoek lijsten die bij een intake horen wordt uitgebreid ook de levensbeschouwing van de cliënt besproken. Er wordt ook gevraagd naar hoe er uiting aan wordt gegeven.
Ravi Ravindra. Filosoof/Godsdienstpsycholoog, Dalhouse University, Canada.
De kosmos is groot en de mens is zo klein, wat is de mens? Op dit moment worden duizenden zonnestelsels geboren en verdwijnen er even veel. Waarom neemt dit grote universum de moeite om jou en mij te scheppen? De grootsheid van het universum maakt de mens bang. Waarom bestaan we? Wat is mijn werkelijke aard? Er is een dragende kracht. Die kracht wordt in het Nieuwe Testament vanuit het Grieks Pneuma genoemd, de Psyche en de Soma, ziel en lichaam. Volgens Plotinus (Griekse wijsgeer) zit de psyche net tussen lichaam en geest in. Descartes heeft juist scheiding aangebracht tussen geest en lichaam. In het Sanskriet wordt dit Atma genoemd, de geest, de adem. De Geest zonder lichaam is lam, het lichaam zonder geest is blind.
Er zijn vele niveaus van realiteit buiten en binnen in ons. De geest is subtieler dan de psyché en het lichaam. In de geest zijn verschillende niveaus van bewustzijn.
In de Bijbel hebben twee mensen ooit God ontmoet. Mozes en Jezus. (Er is er nog een, Elisa, een profeet die God op de berg ontmoette “in het zachte suizen van een koelte”, red. Marisca). Waarom komt het zo weinig voor? Omdat wordt gezegd dat je het niet zou overleven. Ervaringen met LSD en DMT geven diepgaande ervaringen mee, die als je niet evenwichtig genoeg bent tot waanzin kunnen leiden. Je moet mentaal en emotioneel voorbereid zijn voor zo’n ‘ontmoeting’. Niet te haastig zijn. De Kundalini opwekken moet goed voorbereid zijn en niet te snel gaan.
Paulus heeft al gesteld dat je niveau van spirituele ontwikkeling zich weerspiegelt in wat je waarneemt. Wat je niet hebt ontwikkeld kun je niet waarnemen. Hoe meer geestelijke groei en diepgang, hoe meer je kunt waarnemen. “If you die before you die, you will not die when you die”. De oude mens sterft, de nieuwe mens is bevrijd van het kleine ik. Dat houdt ook in, dat alle herinneringen, trauma’s, verleden en geschiedenis mee sterft. Dat wat je verbindt met je verleden is het lijden! Psychiatrie bestaat bij het lijden vanuit het verleden. We zijn eigenlijk meer gehecht aan ons lijden dan aan ons geluk. Vernedering, ooit eens ervaren, blijft langer bij ons hangen dan bewondering. Yoga betekent eigenlijk, de band met het lijden verbreken. Uiteindelijk is dat de kern van alle mystieke tradities, dat je tot zelfkennis komt en tot zelftransformatie.
Het enige mechanisme dat daartoe werkt is aandacht en bewustzijn. Bewustzijn brengt verandering. Shiva danst op de demon van het onbewust zijn. Door niet bewust te zijn neemt de demon het over van je. Jezus zei: “Voordat Abraham er was, was ik er al.” Dit gaat om het bewust zijn van oneindigheid van de geest. Veel christenen denken dat yoga van de duivel komt. Maar onder de laag van het “normaal aanvaardbare” bevind zich de weg naar de waarheid over het zelf, naar bewustwording. Het kost moed om de vaste tradities te doorbreken, want tradities blijven zichzelf herhalen en houden vast aan het oude. Doorbreken brengt je bij bewustwording. Daarom moeten tradities steeds worden vernieuwd. Vaak komt de vernieuwing uit een subcultuur.
Zo is dit ook voor de vernieuwingsbeweging binnen de psychiatrie en de kijk op psychiatrische ziektebeelden. Daar was Podvoll een voorloper in, evenals Grof e.a.
Deel 2, na de lunchpauze (verslag Jose Hoekstra)
Dr. Adeline van Waning, psychiater, over het Shamatha-project, meditatie en wetenschappelijk onderzoek, ervaringen van een psychiater-proefkonijn.
Van Waning nam deel aan een groot onderzoek naar de effecten van Shamatha-meditatie, concentratie-kalmte meditatie. Mindfulness wordt in deze studie ruimer geïnterpreteerd, men kijkt naar bewustzijn als middel tot transformatie. Men beoefent o.a. Tonglen – de beoefening van geven en ontvangen. Uit de studie blijkt dat multitasken niet goed werkt voor een mens. Er staan drie aspecten centraal: de ademhaling, je mindset en het bewustzijn. In het onderzoek sronden de volgende vragen centraal:
1 is het mogelijk aandacht te trainen
2 kan training liefdevolheid bevorderen
3 is er verbetering van het psychologisch functioneren
4 is er een subjectieve gedragscorrelatie
Door middel van het bijhouden van dagboeken en het invullen van dagelijkse vragenlijsten, en onderzoek met EEG, werden de onderzoeksresultaten behaald.
De uitkomst was: er is een toename in psychisch welzijn bij mensen, en een afname in depressie, angst, neurotische problemen, een betere emotie-regulatie, en een betere telomerase (de uiteinden van chromosomen blijven lang, of worden weer langer) Ook ontdekte men dat de zingeving in het leven wordt versterkt, en dit beschermt een mens. Men ervaart zelf dat er belangrijke taken in het leven zijn.
In een vervolgonderzoek wordt gekeken naar:
1 individuele verschillen in beleving
2 de effecten van contemplatietraining zoals ervaren door anderen
3 kijken hoe de verandering in ervaring en cognitie het verdere verloop van het leven bepaalt
Prof. Dr. Paul Heelas, Brits socioloog en antropoloog aan de Erasmusuniversiteit en Lancaster University UK, spreekt over spiritualiteit, vitaliteit en holistische gezondheid.
Zijn relaas is helaas nogal warrig. Hij haalt de eerste psychiater aan, de Duitse Johan Reil, die de term psychiatrie introduceerde, en de studie van de “life-force”. Deze kracht kan alleen geweten worden door middel van somatische ervaring, niet door de wetenschap. Een healingproces betekent in contact zijn met het leven, en het leven kent haar eigen geweten. Reil was een vriend van Hahnemann. Reil noemde onze beschaving gericht op materialisme “the madhouse of civilization”. Hij zag vooral twee verschillende nivo’s van realiteit: het perfecte tegenover het imperfecte, en de vorm tegenover het vormloze.
Heelas ageert tegen wat men soms new vitalism noemt: bijvoorbeeld bunjeejumpen om je levendig te voelen, grenzen in de ervaring opzoeken – dit is het niet. Onze geest is als een aap die rondspringt, en het gaat er juist om deze tot rust te brengen. Het ervaren van werkelijke levendigheid is iets anders. We zijn dan op zoek naar een leven dat resoneert met onszelf, zodat we een levendigheid voelen in het huidige moment.
Dr. Jean-Marie Decuypere, psychiater in België en voormalig bestuurslid van de vereniging voor Transpersoonlijke Psychiatrie, over: Hoe gaan we om met ongewone mensbeelden in de reguliere psychiatrie?
Hoe gaan we om met cliënten als hun mensbeeld afwijkt van dat van de behandelaar? De Cuypere geeft een serie tekenende uitspraken van collega’s. Psychiaters zijn nou eenmaal ook mensen van hun tijd, en deze tijd is materieel gericht. Een combinatie van energietherapie en psychotherapie is aan te raden. Hij waarschuwt wel voor het eindeloos doorgaan met spirituele technieken, soms negheert men dan de waarschuwingssignalen, het is belangrijk deze op te pakken. Het opnemen van de code over spirituele crisis in de DSM destijds was niet erg verfijnt, maar in ieder geval wel een begin van nadenken hierover. Hij haalt Gerrit Glas aan: psychiaters dienen respect te tonen voor de religieuze en andere geloofsovertuigingen van een patiënt. De bedoeling van de Vereniging voor Transpersoonlijke psychiatrie is om een “value-based medicine” te kunnen leveren.
Ken Wilber, bewustzijnsonderzoeker, is een belangrijke inspiratiebron. Wilber introduceerde 9, later 10 verschillende bewustzijnsstadia, die onder te verdelen zijn in drie hoofdstadia: prepersoonlijke ontwikkeling, persoonlijke ontwikkeling en transpersoonlijke ontwikkeling. Eén van de valkuilen is dat men transpersoonlijke ervaringen zelf tot persoonlijk maakt. Klassiek geschoolde therapeuten maken de fout om transpersoonlijke ervaringen te bestempelen als prepersoonlijke ervaringen. En alternatieve therapeuten maken soms de omgekeerde fout om psychotische, mogelijk prepersoonlijke ervaringen tot spiritueel, transpersoonlijke ervaringen te maken. Een echt biologische psychose is niet hetzelfde als een psychose met transpersoonlijke kenmerken. De laatste is relatief zeldzaam. Er is bij degene die dit ervaart meer bewustzijn rondom het bijzondere van de ervaringen. Bij een biologische psychose is dit meestal niet het geval.
De communicatie tussen behandelaar en cliënt is belangrijk, heel vaak is hier een mismatch. Je kunt als behandelaar heel goed een religieuze anamnese afnemen, dat zou vaker moeten gebeuren. Belangstelling voor spiritualiteit is wel vaak aanwezig bij schizofrenie en bipolaire stoornis. Als men de psychiater niet vertrouwt, vertrouwt men ook de pillen niet die hij voorschrijft. Daarom is het echt beter om als psychiater een integrale zorg op zich te nemen. Het contact met de patiënt is de levenslijn van de behandeling.
Bij channeling is het belangrijk om na te gaan hoe de informatie tot stand is gekomen, en wat is die informatie waard. Hanteer vooral een horizontale, explorerende benadering. Anno nu kom je nergens waar het spiritualiteit betreft, zonder een goede gronding. Aan de andere kant: met een goede gronding, maar zonder spiritualiteit weet je soms niet eens waar je uitkomt. Enige kritiek op collega’s (met name dacht ik ook collega DSM-V criticaster Jim van Os, die driekwart pagina wijdt aan “al die spirituele en alternatieve behandelingen”)
De uitkomst van een psychose bepaalt eigenlijk vaak wat het geweest is – transformatie of haperende hersenfunctie. Achteraf kan men zien wat het met een mens gedaan heeft.
Na het symposium discussieerden we over het feit dat er weinig tot niets is gezegd over de noodzaak om te aarden als er sprake is van een spirituele crisis. De enige spreker die daar kort iets over heeft gemeld was Dr. Jean Marie Decuypere. Hij noemde op het eind van zijn betoog dat het belangrijk is om bezig te zijn met aardende activiteiten, zonder dit nader toe te lichten.