Inleiding door dagvoorzitter Fred Meijroos, uitgever van “Voeding en fysieke degeneratie” een Nederlandse vertaling van het door Weston Price (in 1939!) geschreven “Nutrition and physical degeneration” .
De hoofdmoot is een flink college door Sally Fallon van de Weston Price Foundation. Daarover later meer.
De omlijsting:
Biologisch tandarts Alex Abeling: “Gezond zwanger worden”.
Het genoom, onze erfelijke aanleg, is in gevaar door o.a. hormonale anticonceptie, vaccinaties, dode tanden en kiezen – bij een wortelkanaalbehandeling ontstaan neurogene endotoxines – en hedendaagse drugs. Deze toxines worden door de moeder aan de baby doorgegeven. Overigens kunnen o.a. fibromyalgie, colitis ulcerosa en kanker ook door de na een wortelkanaalbehandeling ontstane vergiften veroorzaakt worden. Ze kunnen echter ontstoord worden evenals de ook in de moedermelk aanwezige toxines.
Bodembioloog Roelf Havinga: “Ontketenen van natuurlijke overvloed in landbouw en samenleving”
Spreker is een groot voorstander van duurzaamheid en helpt met het Team Ecosys boeren bij de verbetering van hun grond. Het bodemleven moet in balans zijn.
Landbouw bestaat al zo’n 10 000 jaar, landbouwchemie 150 jaar. Die hebben we te danken aan Liebig, de uitvinder van de kunstmest. Toepassing van kunstmest heeft echter het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en onkruidverdelgers tot gevolg. Ziekten en plagen zijn opruimers, onkruid betekent een minerale deficiëntie. In een gezonde bodem is er een energetische wisselwerking, een symbiose van plant, schimmels en beestjes. Een gezonde, mineraalrijke bodem levert gezonde gewassen voor mens en dier. En die hoeven dan nog niet eens biologisch geteeld te zijn. Want het is een illusie te denken dat bio-/niet-gentech landbouw blijft voortbestaan aldus de spreker.
Mike Donkers schetst hoe zijn dagelijks menu volgens het Weston Price principe eruit ziet. Twee vetrijke maaltijden tijdens lunch en avondeten leveren hem voor de hele dag voldoende energie.
De dag wordt besloten met een panel waaraan door de aanwezigen de nodige (kritische) vragen worden gesteld.
Het verhaal van Weston Price
Weston Price is eigenlijk de voorloper van alle ‘oervoeding’ goeroes. Al in de jaren 30 van de vorige eeuw raakte deze Canadese tandarts gefascineerd door het feit dat in die tijd nog ‘nieuw’ ontdekte en geïsoleerd levende natuurvolken allemaal over gave en prachtig gevormde gebitten beschikten. In zijn eigen praktijk zag hij al bij jonge kinderen een te nauwe kaak en cariës. Hij besteedde zijn hele leven en al zijn geld aan het maken van studiereizen naar deze volken in alle uithoeken van de aarde, waar hij het voedingspatroon ter plekke bestudeerde en monsters nam die hij later in zijn laboratorium onderzocht op specifieke stoffen. Zijn bevindingen werden vastgelegd in zijn levenswerk: Voeding en fysieke degeneratie, een dik boek vol met foto’s en ander bewijsmateriaal. Opvallend is, dat de voeding van de volken enorm uiteen liep: van alleen vis, voornamelijk zuivel tot vrijwel helemaal plantaardig. De enige centrale factor: lokaal voedsel eten dat al generaties voor je gegeten is en dat op net zo eten. Zo gauw ‘modern’ voedsel doordringt zie je soms al binnen één generatie dezelfde gezondheidsproblemen optreden waar wij massaal last van hebben. Tot op de dag van vandaag is er een beweging van aanhangers die leven volgens de door Price gevonden principes.
Het levenswerk van Weston Price doet nu, bijna een eeuw later, nog verrassend ‘nieuw’ aan. Bewijs dat de geneeskunde hopeloos heeft gefaald om haar voordeel te doen met deze vergaarde kennis. Ook de 14 aanbevelingen die in de editie van 1970 werden genoemd in het voorwoord van de toenmalige voorzitter van de foundation zijn nog nauwelijks in praktijk gebracht. Sterker nog: het knoeien met eten gaat onverminderd door, met als griezelig toekomstbeeld eten dat uit de 3D printer op je bord wordt gespoten…
Price besefte dat hij als één van de laatsten een kans kreeg ‘natuurvolken’ te bestuderen, voordat zij zouden worden beïnvloed door de ‘moderne beschaving’. Hij bezocht op alle continenten geïsoleerd levende volken voordat of net nadat er een toegangsweg was aangelegd. Het meest verrassende was wel, dat ze allemaal (in vergelijking met zijn Canadese patiënten) een enorme energie en levenslust uitstraalden en dat ze kerngezond waren. TBC (in zijn tijd een groot probleem) vond hij nergens. Het feit dat zij ook geen toegang hadden tot medisch/tandheelkundige zorg leek hen niet te deren. Price ging op zoek naar ‘het geheim’ dat volgens hem alleen in de voeding kon liggen. Het bleek echter dat de voedingspatronen extreem verschilden! Toch moest er een gezondheidsfactor te vinden zijn, dus zocht hij naar overeenkomsten.
Alle volken hadden gemeen dat ze al ontelbare generaties lang waren aangewezen op lokaal voedsel (hoe verschillend van aard ook: planten, zuivel, vlees, vis) en dat ook al vele generaties lang op dezelfde manier verwerkten. Vanzelfsprekend werd alles volgens de natuurwetten, dus biologisch, geteeld of gefokt. Er werd niets ‘geraffineerd’ of anderszins ‘verbeterd’ (volgens de moderne fabrieken). Alle diëten bevatten meer of minder dierlijke producten (bijvoorbeeld ook insecten of reptielen). Vooral botten (merg) waren een belangrijke voedingsstof. De voedingswaarde van hun dieet was voor wat betreft mineralen en vitamines vier tot tien maal hoger dan het toen gangbare moderne dieet, voor een belangrijk deel het gevolg van de in vet oplosbare vitamines. (Dat verschil zou nu nog veel hoger uitvallen.) Price vermoedde ook een nog onbekende factor, die later werd geïdentificeerd als vitamine K2. De aanhangers gebruiken dan ook nog steeds de oude vertrouwde levertraan (die is ook in meer smakelijke en nog steeds gezonde vormen verkrijgbaar).
Ze kenden effectieve manieren om voedsel te bewaren, zoals fermentatie. (Hedendaagse voedingsdeskundigen benadrukken hoe belangrijk gefermenteerd voedsel is voor onze darmflora, die zelf ook pas sinds kort de eer krijgt die zij verdient!) Verder gebruikten ze vrijwel alles van het dier, vooral orgaanvlees en vet; mager vlees (spieren) dat wij als ‘gezond’ zien vonden ze minderwaardig en ze voerden het soms zelfs aan de honden. Hun voedsel bevatte veel werkzame enzymen. De volken die zuivel gebruikten verwerkten dat rauw, van kerngezonde dieren die vooral in natuurlijke weides graasden. Alle volken kookten een deel van hun voedsel. (“Koken is wat de mens onderscheidt van het dier”.) De aanhangers van Price vechten nog steeds voor het recht om rauwe melk te mogen kopen, wat in de VS verboden is. (Men acht dit gevaarlijk, maar er zijn geen dodelijke ziektes van gemeld. Wel sterven er jaarlijks 15 mensen in de VS aan het eten van rauwe oesters, maar die zijn niet verboden!) Bij dierproeven zou gebleken zijn dat gepasteuriseerde melk schadelijk is voor de gezondheid.
De meeste volken kenden ook superfoods, al noemden zij dat meestal ‘heilige voeding’ of iets van die strekking. Dat waren bijzonder voedzame producten die speciaal werden genuttigd door toekomstige ouders (ja, reeds vóór een eventuele zwangerschap!) en opgroeiende kinderen.
Kortom: de wijsheid van deze oude volken steekt met kop en schouders uit boven de kennis van de huidige wetenschap die, zoals dokter Mercola (ook fan van Price) altijd zegt, denkt dat “ziektes ontstaan door een tekort aan medicijnen”.
Boek: “Voeding en fysieke degeneratie” door Weston A. Price. Succesboeken.
Websites:
http://www.voedingisgezondheid.nl/Weston_Price.html
http://www.westonprice.nl/forums/
http://gelderland.westonprice.nl/
http://ppnf.org/ Price-Pottenger Foundation. (Pottenger deed onderzoek naar voeding van katten over een aantal generaties). Aanmelden voor gratis nieuwsbrief (Engels)
http://mindd.org/ (Voedsel is medicijn)
Ook iets anders geleerd: de scheldnaam Yankees voor blanke overheersers (in eerste instantie Nederlanders) komt van Jan Kees, de meest voorkomende namen!
Dat de inzichten nog steeds kloppen bewijst het nieuwste onderzoek:
Mensen met overgewicht of obesitas zijn geen veelvraten, maar eten de verkeerde voeding. Dat leidt vervolgens tot een stoornis in de stofwisseling. Dit is één van de opmerkelijke conclusies die de Nederlandse arts William Cortvriendt trekt op basis van zijn wetenschappelijke ontdekkingsreis naar de relatie tussen leefstijl en gezond oud worden. De resultaten staan in zijn boek ‘Hoe word je 100?’ dat deze week in Nederland verschijnt. Volgens Cortvriendt zijn mensen in de laatste decennia steeds meer industrieel bewerkte voeding gaan consumeren waarvan het lichaam de energiewaarde onvoldoende herkent. “Hierdoor is het natuurlijke gevoel van honger en verzadiging ernstig verstoord”, zegt hij. “En dat vormt de belangrijkste reden van onze gewichtstoename”. In Nederland en België lijdt inmiddels de helft van de bevolking aan overgewicht en obesitas. De gevolgen variëren van gewrichtsklachten tot hartklachten, diabetes, kanker, versnelde veroudering en vroegtijdige dood.
Cortvriendt baseert zijn conclusies op resultaten van onderzoeken die wereldwijd zijn uitgevoerd door de beste onderzoekers en gepubliceerd in de meest vooraanstaande medische en wetenschappelijke tijdschriften. “De enige manier om gewicht duurzaam te normaliseren is voeding consumeren in een meer natuurlijke vorm dat ons lichaam wel herkent zoals verse groenten, fruit, noten, vis, vlees, natuurlijke vetten en een beperkte hoeveelheid koolhydraten”, concludeert hij. “Populaire diëten, die uitgaan van een beperkte calorie inname hebben geen zin. Integendeel, je wordt er uiteindelijk zelfs dikker van.”
